Theoretisch gezien kan het verkeer door de dorpskern worden verminderd met het opwaarderen van bestaande infrastructuur of door het aanleggen van nieuwe infrastructuur. Met de variantenstudie onderzocht Iv-Infra welke oplossingen mogelijk zijn en in hoeverre elke variant daadwerkelijk een oplossing biedt voor het probleem. Hierbij zijn de varianten beoordeeld op verschillende aspecten. Belangrijke factoren zijn veiligheid, leefbaarheid en de impact op de omgeving.

Bij het aanleggen van een nieuwe weg in een bestaand gebied komt veel kijken. Naast het aanleggen van de nieuwe weg moeten nog meer aanpassingen aan de omgeving worden gedaan, zoals het plaatsen van bomen en watergangen. Met de variantenstudie onderzochten wij onder andere of het bestemmingsplan het toestaat een nieuwe weg aan te leggen en wat precies de impact op de omgeving is. Ook is gekeken naar zaken als: hoe is het gebied in de bestaande situatie ingericht? Is het een gebied met woningbouw of is het een agrarisch gebied? En is er draagvlak voor het aanleggen van een nieuwe weg?

Iv-Infra is de variantenstudie gestart met het verzamelen van relevante gegevens. Daarvoor is onder andere een werksessie met alle relevante disciplines binnen de gemeente georganiseerd om input op te halen. Tijdens deze sessie werden twijfels uitgesproken over of het aanleggen van een nieuwe weg het probleem wel écht gaat oplossen. Want, wie gaat er in de praktijk gebruikmaken van deze weg? Is het aanleggen van een nieuwe weg wel de meest logische keuze? Denken we nu niet te snel aan het uitwerken van een oplossing, en moeten we het probleem niet eerst goed analyseren? Er is toen afgesproken dat wij het vraagstuk allereerst vanuit onze verkeerskundige expertise zouden beschouwen.

Om inzichtelijk te maken of een nieuwe verbindingsweg de verkeersdrukte in het dorp gaat verminderen hebben wij verschillende berekeningen met het verkeersmodel gemaakt, waarbij toekomstige situaties en verkeersstromen zijn gesimuleerd. In het verkeersmodel hebben we in beeld gebracht hoe de situatie nu is. Waar rijdt het verkeer? Hoe druk is het op alle wegen? En waar zijn woningen gevestigd? Vervolgens is de nieuwe verbindingsweg schematisch in het verkeersmodel gezet, zodat inzichtelijk werd hoe het verkeer zou gaan rijden in de situatie met een nieuwe verbindingsweg. Het verkeersmodel gaat uit van een bepaalde lengte van het traject en de rijsnelheid, en het gaat ervan uit dat het verkeer in de praktijk de snelste route zal kiezen. Op basis van de simulaties konden wij een goede inschatting maken van de hoeveelheid verkeer die over de nieuwe verbindingsweg zou gaan rijden.

Uit onze berekeningen en simulaties bleek dat een nieuwe verbindingsweg zou leiden tot minder voertuigen in de directe omgeving, maar op de drukkere wegen in de dorpskern zou de verbindingsweg niet tot nauwelijks effect hebben op de hoeveelheid verkeer. Men zou met de nieuwe verbindingsweg te ver moeten omrijden, wat in de praktijk hoogstwaarschijnlijk niet zal gebeuren. Daarbij toonde het rekenmodel aan dat een nieuwe verbindingsweg juist leidt tot meer verkeer op andere wegen en door woonwijken heen. Men zou de nieuwe weg juist gaan gebruiken als sluiproute, als alternatief voor de A50 richting Veghel. Hiermee wordt het probleem dus verschoven en niet opgelost.

Een andere mogelijke oplossing die Iv-Infra in het verkeersmodel heeft berekend is de herinrichting van de Traverse, waarbij de hele route wordt omgevormd tot een 30-kilometerzone. Simulaties toonden aan dat deze oplossing het grootste effect heeft om het doorgaande verkeer in het dorp te verminderen. Iv-Infra heeft deze resultaten verwerkt in een notitie met een onderbouwing om niet verder te gaan met de studie naar een nieuwe verbindingsweg. De wethouder van de gemeente heeft aangegeven tevreden te zijn dat het onderzoek van Iv-Infra nieuwe inzichten biedt.