Dutch |English nl | en
De race om klimaatvriendelijke kantoorgebouwen is gestart Iv-Bouw

De race om klimaatvriendelijke kantoorgebouwen is gestart

Het mag met recht een monsterklus worden genoemd. Per 1 januari 2023 moeten alle kantoorgebouwen in Nederland minimaal voorzien zijn van Energielabel C. Duizenden panden met een kantoorfunctie hebben dat label nu nog niet. Iv-Bouw adviseert organisaties in die opgave, maar gaat waar het kan verder dan dat. “We moeten de fossiele belasting van de aarde zoveel mogelijk beperken”, zegt Michiel Flikkema, consulent duurzame energie bij Iv-Bouw. 

Je kan als overheid wel sancties opleggen wanneer men kantoorruimten niet op orde heeft.

Nederland moet in 2050 energieneutraal zijn. Dat wil zeggen dat alle energie die wordt gebruikt, afkomt van hernieuwbare bronnen en dus CO2-neutraal. De deadline van 1 januari 2023 om alle kantoorgebouwen te voorzien van energielabel C is daar een eerste stap in, maar zeker geen kleine. Iv-Bouw adviseert nu voornamelijk (semi-)overheidsgebouwen zoals van Rijkswaterstaat, verschillende waterschappen en provincies in die transitie. Veel gebouwen voldoen nu nog niet aan dat label en dus zit er voor deze organisaties nu een flinke druk achter. 

Michiel Flikkema mag zich, vanuit zijn functie als consulent duurzame energie bij Iv-Bouw, actief met deze vraagstukken bezig houden. De belangrijkste vraag: wat moet een kantoorpand doen om ook na 1 januari 2023 de kantoorfunctie te behouden? “Er zijn stakeholders die hier enorm mee zitten”, vertelt Michiel. “Ik sta ze bij met maatwerk energieadviezen en we doen onderzoek naar de staat van een gebouw. Maar ook naar de installaties: hoe goed en slim worden deze gebruikt om het gebouw te conditioneren?” Ventilatiesystemen, het gebruik van zonnepanelen, wel of geen Warmte Koude Opslag (WKO): het maakt veel verschil in de route naar een energieneutraal bedrijfspand. Maar Michiel let in zijn adviezen ook op kleinere zaken, zoals het gebruik van LED-verlichting en isolatie. 

De voorlopige conclusie is dat er zat gebouwen zijn die al minstens energielabel C op hun voordeur hebben staan. Maar duizenden nog niet. En dat terwijl het wel een harde eis is om open te mogen blijven, als het aan de Nederlandse overheid ligt. Hoe heet die soep daadwerkelijk gegeten wordt, durft Michiel niet te voorspellen. Definitieve sluiting van alle kantoorgebouwen die deze specifieke deadline niet gaan halen, ziet hij niet gebeuren. “Dat zou teveel gevolgen hebben, maar je kan als overheid wel sancties opleggen wanneer men de kantoorruimten dan niet op orde heeft.”

‘’Hoe is een gebouw er werkelijk aan toe?’’

De race naar klimaatvriendelijkere kantoorgebouwen kreeg in 2014, een jaar vóór het klimaatakkoord van Parijs werd ondertekend, al een extra zetje vanuit de overheid. Het toezicht vanuit de overheid op de toetsing van energieprestaties werd flink aangescherpt. Alleen nog gecertificeerde organisaties met beproefde vakbekwame energieadviseurs mogen deze energietoetsen uitvoeren. Michiel Flikkema mag dit namens Iv-Bouw doen. 

Volgens Michiel zijn deze aanscherpingen goed, en niet alleen voor Iv-Bouw zelf. “Op den duur noemde iedereen zich energieadviseur. Dat liep uit de hand en leidde tot ondeugdelijke adviezen, constateerde de overheid. Het is heel goed dat daar het mes in is gezet. Onze berekeningen worden op kwaliteit getoetst door een externe certificerende instantie (CI). En er zijn de verplichte landelijke examens om je vakbekwaamheid aan te tonen.” 

Oftewel: de strengere richtlijnen voor toetsing, moeten uiteindelijk resulteren in kwalitatief goede energieprestatieberekeningen en de juiste acties om tot het gewenste energielabel te komen. “Gebouwen moeten verplicht worden opgenomen door een energieadviseur”, vervolgt Michiel. “Hoe is een gebouw er werkelijk aan toe? Om daar antwoord op te geven, volstaan veronderstellingen niet. Je moet een dossier aanleveren met foto’s en aantoonbaar bewijs.” Een belangrijke lat waarlangs de energieprestaties van een (kantoor)gebouw worden gelegd, is de zogenaamde ‘trias energetica’: een driestappenstrategie voor het maken van energiezuinige ontwerpen. 

We kijken niet meer zoveel naar de bodem, maar omhoog. Naar onze meest belangrijke energieleverancier: de zon.

Voor de energietoetsen wordt gebruik gemaakt van de nationale bepalingsmethode NTA 8800: de nieuwe bijbel voor de energieprestatieberekeningen die nodig zijn om dit onderdeel van de energietransitie in goede banen te leiden. Allereerst kijken we naar het tegengaan en beperken van energiegebruik. Bijvoorbeeld door compacte gebouwvormen en isolatie van de buitenschil, zoals gevels, daken en vloeren. 

De tweede stap is om (fossiele) energiebronnen zo efficiënt mogelijk in te zetten om in de resterende energiebehoefte te kunnen voorzien. Denk hierbij aan het gebruik van warmtepompen of lage temperatuurverwarming. En tot slot het maximaal gebruiken van duurzame energiebronnen, zoals wind-, water- en zonne-energie. Iv-Bouw gaat binnen dit soort projecten een stuk verder dan alleen kijken of een gebouw aan energielabel C kan voldoen en wat daar voor nodig is. In 2030 moeten diezelfde gebouwen namelijk niet label C, maar energielabel A hebben. Kortom: het werk zit er na 1 januari volgend jaar nog lang niet op. 

“Dat is misschien wel het meest interessante aan dit soort projecten”, vindt Michiel. “Zeker omdat ieder gebouw uniek is. Waar we kunnen, geven we advies om het label te verbeteren. Daar is iedereen bij gebaat.” Wat Michiel betreft is het ook niet alleen een ‘moetje’ voor organisaties en bedrijven om aan een energielabel te kunnen voldoen, omdat het nu eenmaal moet vanuit het klimaatakkoord en het regeringsbeleid uit Den Haag. Er schuilt een dringende boodschap achter. De grondstoffen raken op en het is niets minder dan een must om energiezuinige gebouwen te hebben. 

“Sinds de industriële revolutie zijn we lange tijd van mening geweest dat alles uit de aardbol te halen was”, vervolgt hij. “Delfstoffen waar de aarde miljarden jaren over heeft gedaan om te vormen. Maar inmiddels draaien we het om: we kijken niet meer zoveel naar de bodem, maar omhoog. Naar onze meest belangrijke energieleverancier: de zon.” Natuurlijke energiebronnen zullen de komende jaren nóg belangrijker worden, weet Michiel. Waterstof gaat daarbij een belangrijke rol spelen, zeker omdat wind- en zonne-energie beperkingen met zich mee brengt. Het waait niet altijd hard genoeg en de zon schijnt geen 365 dagen per jaar. En opslag van dergelijke energie kan nu nog nauwelijks, behalve in de auto en op de fiets. Daardoor blijft men altijd zitten met overschotten en tekorten. 
 

Duurzaamheid op zich is geen doel, maar wel een gezondere leefomgeving voor de generaties na ons. Daar zijn we ons van doordrongen.

Waterstof heeft de eigenschap dat het tevens transportabel is en kan worden opgeslagen. De transformatie van kantoorpanden naar energielabel A zal daar ook afhankelijk van zijn, als het aan Michiel ligt. “Voor het verkrijgen van energielabel C zijn vaak relatief kleine ingrepen voldoende. De grootste uitdaging zit hem in hoe we naar A gaan. Het omzettingsrendement van waterstof met elektriciteit is nu nog laag, maar de techniek verbetert snel. Waar olietankers de zeeën bevaren, zullen we de komende jaren ook de waterstoftankers steeds meer te zien zijn.” 

Kortom: de stap naar energiearme of zelfs energieneutrale gebouwen is een goede. “Maar de transitie behelst nog zoveel meer. En ik heb het gevoel dat we daar, ook binnen heel Iv-Groep, van doordrongen zijn. Duurzaamheid op zich is geen doel, maar wel een gezondere leefomgeving voor de generaties na ons. Het mooie aan deze projecten is dat we daar echt aan bij kunnen dragen.”