De offshore windindustrie is sterk in ontwikkeling, in Nederland onder meer door stimulering van de (top)sector hernieuwbare energie. Om een hogere energieopbrengst te kunnen genereren in gebieden met hoge constante windsnelheden zijn zwaardere windturbines nodig. Windturbines van 5 tot 8 megawatt (MW) zijn tegenwoordig het meest gangbaar op de Noordzee, maar in de nabije toekomst kan dit oplopen tot wellicht 20 MW. Zulke omvangrijke windturbines, ver boven de zeespiegel, staan bij voorkeur verder van de kust af. Dit maakt offshore werkzaamheden echter kostbaar. Vooral voor grote waterdiepten (meer dan zestig meter diep) zijn alternatieven bedacht voor de al bekende funderingsconstructies, zoals monopiles en jackets. Vaak wordt uitgegaan van een drijvende constructie in combinatie met een verankering middels zuigankers of palen. Natuurlijk is het ook mogelijk om de fixatie te realiseren door een zogenaamde ‘gravity based construction’, waarop het concept van Iv gebaseerd is.